
Inhoud
- Wat valt op?
- Materiële IRO’s
- Hoe wordt de informatie gerapporteerd?
- Assurance
- Hoe Anthesis kan ondersteunen
Deel dit artikel
De European Sustainability Reporting Standards (ESRS) stelt strenge eisen, zelfs voor bedrijven die ervaring hebben met rapporteren. Met de voorgestelde aanpassingen uit het EU Omnibus-pakket blijft de ESRS de norm voor een goede en zorgvuldige rapportage.
Met nog veel meer rapportages op komst, delen we graag wat we tot nu toe zien: hoe bedrijven omgaan met de nieuwe verplichtingen en welke thema’s zij het belangrijkst vinden.

Wat valt op in de eerste CSRD-rapportages?
Uitgebreide en gedetailleerde rapportages
Wat direct opvalt: de nieuwe duurzaamheidsrapportages zijn uitgebreid. Gemiddeld zijn ze zo’n 98 pagina’s lang. Bedrijven gaan in op 6 à 7 van de 10 thema’s uit de ESRS-richtlijnen.
Vooral de thema’s klimaatverandering (E1), personeel (S1) en goed bestuur (G1) worden bijna altijd meegenomen. Elk bedrijf in het onderzoek rapporteerde over klimaat (E1), bijna allemaal over personeel (S1), en slechts zes bedrijven gaven aan geen relevante onderwerpen te hebben binnen goed bestuur (G1). Je ziet ook dat deze drie thema’s vaak het meest zijn uitgewerkt.
Bedrijven tonen extra ambitie op klimaat
Volgens de regels moet elk bedrijf een net zero-doel hebben voor uiterlijk 2050. Maar veel bedrijven gaan verder.
Zo heeft een groot aantal bedrijven een klimaatscenario-analyse gedaan. En bijna een derde heeft zelfs een net zero-doel dat al vóór 2050 ligt. Daarmee laten ze zien dat ze meer willen doen dan het minimum.
Thema’s waar minder vaak over wordt gerapporteerd
Sommige onderwerpen komen nog weinig terug in de eerste CSRD-rapportages. Het gaat dan vooral om:
- Getroffen gemeenschappen (S3)
- Water & marine hulpbronnen (E3)
- Vervuiling (E2)
Toch zijn er sectoren waarin deze thema’s wél relevant zijn en vaker worden meegenomen:
- Getroffen gemeenschappen (S3): bouw, energie (zoals elektriciteit, gas, olie en duurzame energie), banken en supermarkten.
- Water & marine hulpbronnen (E3): farmaceutische industrie, voedingsmiddelen, drankproducenten, chemie en de bouw.
- Vervuiling (E2): farmacie, bouw, luchtvracht, logistiek en medische hulpmiddelen.
Werk je in een van deze sectoren? Dan is het slim om juist op deze thema’s in te zetten. Je sluit daarmee beter aan bij de verwachtingen in jouw sector én bij wat klanten en andere betrokkenen belangrijk vinden.
Materiële IRO’s (impacts, risks and opportunities)
Het aantal IRO’s dat bedrijven benoemen verschilt enorm. Gemiddeld worden er zo’n 32 genoemd, maar het loopt uiteen van slechts 9 tot wel 120.
Niet verrassend: bedrijven in sectoren met veel CO₂-uitstoot rapporteren meestal meer IRO’s.
Ook de manier waarop IRO’s worden beschreven loopt uiteen. Sommige bedrijven houden het vrij algemeen, terwijl anderen heel concreet en gedetailleerd uitleggen wat de impact, risico’s en kansen zijn.

Een hoger aantal geïdentificeerde IRO’s correleert meestal met een langer rapport, met ongeveer 1 IRO per 3 pagina’s inhoud.
Er is een balans nodig tussen voldoende specificatie, zodat de IRO’s nuttig en inzichtelijk zijn, en het aantal niet te hoog maken, zodat het beheersbaar blijft. IRO’s – zowel de formulering als de score – moeten regelmatig worden herzien om ervoor te zorgen dat ze volledig en bruikbaar zijn.
Hoe wordt de informatie gerapporteerd?
De meeste duurzaamheidsverklaringen worden vóór de financiële verslagen gepresenteerd in de jaarverslagen.

Bedrijven gebruiken vaak specifieke ESRS-terminologie door het hele rapport heen, zoals onderwerp- en openbaarmakingscodes, of beide. Naarmate de tijd vordert, verwachten we dat bedrijven minder vaak ESRS-terminologie zullen gebruiken in hun rapportages. Toch biedt deze structuur in het begin een nuttige houvast voor zowel de maker als de lezer van het rapport. Gezien de complexiteit van de ESRS, kunnen bedrijven deze verwijzingen langer behouden dan verwacht.

Assurance
Niet verrassend, aangezien we nog in de vroege fase van de ESRS-rapportage zitten, hebben bijna alle rapporten een goedkeurende verklaring van de auditor ontvangen, wat betekent dat de verklaringen als eerlijk en transparant werden beschouwd. Eén bedrijf ontving een goedkeurende verklaring met uitzondering, en een ander bedrijf vermeldde niet of de verklaring goedgekeurd of afgekeurd was.
Uit de eerste rapporten en gesprekken met onze klanten blijkt duidelijk dat de uitgaven voor assurance via auditbedrijven aanzienlijk zijn – meestal zo’n 20% van het budget voor de financiële audit. Voor bedrijven die na de omnibus-wet nog steeds onder de CSRD vallen – zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde grote EU-bedrijven – is er nu een kans om deze uitgaven opnieuw te evalueren en te zorgen dat ze proportioneel zijn. Door zich beter voor te bereiden op het auditproces in jaar twee, kunnen bedrijven ervoor zorgen dat meer van het budget wordt besteed aan projecten die duurzame impact en strategische waarde voor de organisatie genereren.
Hoe Anthesis kan ondersteunen
De eerste ronde van CSRD-rapporten markeert de start van een sterkere, transparantere en consistentere aanpak van duurzaamheidsrapportage, ongeacht wat er verder gebeurt met de EU Omnibus.
Bij Anthesis begeleiden onze CSRD-experts klanten door elke stap van dit proces. We helpen de complexiteit te verminderen, zodat niet alleen de naleving gewaarborgd wordt, maar ook waardevolle inzichten worden verkregen, strategieën worden versterkt en blijvend voordeel wordt gecreëerd.
Ons team van experts heeft een enorme drive om het klimaatprobleem aan te pakken. Samen gaan we voor een positieve verandering. Steeds meer organisaties kiezen ervoor om met ons de weg naar Net Zero te bewandelen, ongeacht waar ze zijn op hun reis. Doe je ook mee?